Wat doen wij?



Tot de doelgroep behoren jongeren met een jeugdwet indicatie en verlengde jeugdwet. 

Ons gezinshuis staat open voor kinderen in de leeftijdscategorie van 6 tot 16 jaar (bij plaatsing).


Ook bieden we zelfstandigheid training voor jongeren in onze Tinyhouse in de achtertuin. Dit is voor jongeren die uitstromen uit een gezinshuis met verlenging jeugdzorg of vanuit een jeugdzorg instelling.



Wij zullen ons primair richten op langdurige plaatsingen. Het is ons doel en streven dat jongeren tot hun volwassenheid (18-23 jaar) bij ons blijven wonen en met ons oplopen.


Doelgroep Gezinshuis

Concreet betekent dit dat wij 3 verblijf plaatsen bieden in ons Gezinshuis Mackay. Plekken voor kinderen/jongeren die in hun ontwikkeling worden bedreigd en (tijdelijk) niet meer thuis kunnen wonen. Zij hebben van Jeugdbescherming een verblijfsindicatie gekregen of beschikken over een WLZ-verblijfsindicatie. De zorg wordt geboden door ons, als gezinshuis ouders.

Wij nemen – bij voorkeur – kinderen op voor langere duur. Kinderen vanaf de bovenbouw van de basisschool. In het gezinshuis kunnen 3 kinderen wonen met variërende leeftijden.


Gezinshuis met 3 plekken – Iedereen een vertrouwde plek

Ieder mens heeft aandacht nodig. De één soms net iets meer dan de ander. Wij bieden de kinderen een veilige woonsituatie waarin ze tot rust kunnen komen en gewoon kind mogen zijn. We geven hun de mogelijkheid en het vertrouwen om hun talenten en kwaliteiten te ontdekken en te ontwikkelen. Zo stellen we het kind in staat eigen keuzes te maken. Je mag jezelf zijn en je eigen leven richting geven. (Wat vind ik leuk? Waar hou ik van?)
De kinderen hebben een (on)zichtbare band met hun eigen ouders en familie, welke – ondanks alles – diep en loyaal is.


Onze vuistregels hierbij zijn:

  • We hebben geen oordelende houding ten opzichte van de biologische ouders
  • We erkennen en benoemen de band die kinderen met hun ouders hebben
  • We versterken het gevoel van veiligheid en geborgenheid
  • We zijn geen ‘betere’ ouders, maar erkennen de rol van de biologische ouders en zoeken – waar mogelijk – samenwerking met hen en betrekken hen bij de dagelijkse gang van zaken


Wij zijn géén pleeggezin.
We bieden kinderen wél de veilige omgeving van een gezinsleven, maar begeleiden hen ook op hun hulpvraag. Binnen het gezin gaan we een relatie aan met het kind om zo allerlei vormen van gedragsproblematiek te kunnen begeleiden. We worden echter niet de papa en mama van het kind, maar blijven de opvoeders en pedagogisch behandelaars.


Kinderen die geïndiceerd zijn door gemeente of zorgaanbieder:

  • Die op grond van gedrag en problematiek baat kunnen hebben bij een gezinshuis en binnen een gezinssysteem kunnen functioneren
  • Die in emotionele en affectieve zin nog vorderingen kunnen maken (hoe klein dan ook)
  • Die kunnen profiteren van de buitenaf aangereikte structuur
  • Die specifiek gebaat zijn bij continuïteit in de begeleiding en de nabijheid van gezinshuis ouders
  • Die zich kunnen voegen in deze leefsituatie op een manier die voor het kind (groei)bevorderend is
  • Gedrags- en hechtingsproblematiek zijn hanteerbaar binnen ons gezinshuis


Contra-indicaties:

  • Ernstige verslavingsproblematiek
  • Ernstig crimineel gedrag
  • Ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag
  • Ernstig agressief gedrag
  • Agressie richting dieren
  • Pyromanie

Methodiek en methodisch handelen

Bij een langdurige plaatsing wordt er samen met de behandelcoördinator een hulpverleningsplan opgesteld. Voorafgaand aan de plaatsing worden zo duidelijk mogelijke afspraken gemaakt en doelen gesteld die in het hulpverleningsplan worden opgenomen. De eerste drie maanden zijn vaak de periode van stabilisatie binnen het gezin. Na deze drie maanden vindt er een evaluatie plaats waarbij doelen kunnen worden bijgesteld of toegevoegd.


We streven ernaar om minimaal twee keer per jaar een evaluatiebespreking te organiseren met alle betrokkenen. Aan de hand van voortgangsrapportages zal de ontwikkeling en het perspectief van het kind worden besproken. (Gezins)voogden zullen door middel van periodieke rapportages op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen van de jongeren.


Seksuele ontwikkeling en weerbaarheid

Seksuele opvoeding is geen momentopname, maar een proces. Er is niet één moment waarop wij kinderen ‘voorlichten’. Er zijn vele momenten waarop onderwerpen als intimiteit, lichaam, grenzen ter sprake komen.

Wanneer kinderen voelen dat seksualiteit een normaal gespreksonderwerp is, komen ze ook makkelijker met de vragen die ze hebben. Zo bereiden we hen voor op hun puberteit en op hun volwassen leven. Jongeren die een goed gevoel hebben over zichzelf, hun lichaam en vrij kunnen praten over seksualiteit, zijn weerbaarder wanneer ze zelf op het liefdespad gaan. Ze zijn beter voorbereid om adequaat te reageren op grensoverschrijdend gedrag.

In het kader van dit thema hebben wij de training van het Vlaggensysteem afgerond.